Gele Rijnsburger
Uien kun je op meerdere manieren kweken. Je hebt bijvoorbeeld plantuien, dit zijn kleine gekweekte uitjes die je in het voorjaar in de grond plant, dit worden in de herfst dikke uien.
Ook zijn er sjalotjes, deze geven van één teentje, bolletjes die uit meerdere tenen bestaan, net als bij knoflook. Het loof van de sjalotjes gebruikt men vaak in de sla.
Een andere manier om gelijk al mooie uien te kweken is zaaien. Zaaien in regels, uitdunnen op minstens vijf centimeter in de rij en de rijen 25 cm uit elkaar.
Hyskin F1 (rode ui)
Goed laten drogen om te bewaren, eventueel bosjes van 8 – 10 uien maken en onder een afdak ophangen om te drogen in de wind. Pas op voor vocht of koude, hierdoor kan meeldauw ontstaan. (Meeldauw is een schimmelziekte). De gedroogde uien binnen bewaren op kamertemperatuur.
Zaaitijd: vanaf half maart, ca. 2 cm diep.
Bemesting: Zaaiuien houden niet van verse mest, ook niet van andere mest of compost, het beste is de grond voor uien in het najaar te bemesten. Dit om de wortelvlieg ofwel uienvlieg te voorkomen.
Oogsttijd: september.
Bosui: White Lisbon
Dit ras geeft een mooie witte schacht met frisgroen rechtopstaand loof.
Zaaitijd: vanaf half maart tot half mei
Afstand: uitdunnen in de rij op twee en een halve cm van elkaar, de rijen 25 cm uit elkaar óf je zaait ze heel dicht op elkaar, dan krijg je fijne bosuitjes ofwel lente uitje
Oogst: juli – september.
Standplaats: zon / half schaduw.
Bemesting: Deze uitjes hebben een vruchtbare bodem nodig, stalmest ofandere dierlijke mest.